Circulaire 7 van de CBFA

Deze circulaire is bedoeld om u in te lichten over de regels die de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen (WAP) voorschrijft betreffende het paritair beheer en het toezichtscomité en om u te herinneren aan de verplichtingen die u op dit vlak heeft.

CBFA circulaire WAP 7 van 18/12/2007

CBFA circulaire WAP 7 van 18/12/2007 (bijlage 1)

CBFA circulaire WAP 7 van 18/12/2007 (bijlage 2)

Advies nr. 22 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

De WAP voorziet in een overgangsregeling voor de toepassing van het gunsttarief bij vervroegde kapitaalsuitkeringen. Tot 31 december 2009 kunnen kapitalen dan van een gunsttarief genieten indien er aan de voorwaarden zoals opgesomd in de WAP wordt voldaan (art 27 juncto 61 WAP).

Advies nr. 22 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Advies nr. 21 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Bij schrijven van 14 juni 2006 heeft de Minister van Pensioenen de Commissie voor Aanvullende Pensioenen om advies gevraagd inzake de mogelijkheden om maatschappelijk verantwoord investeren te stimuleren in het kader van de tweede pijler.

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen heeft de studie van deze materie toevertrouwd aan een werkgroep. De conclusies waartoe deze werkgroep is gekomen werden gebundeld in een verslag, dat als bijlage bij dit advies is gevoegd.

Advies nr. 21 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Circulaire 6 van de CBFA

Artikel 12, § 2, 5° (1) van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie bepaalt dat in een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen en in een pensioentoezegging van het type cash balance een differentiatie van de bijdragen in functie van de leeftijd toegelaten is op voorwaarde dat het verschil tussen de percentages die in de verschillende leeftijdscategorieën worden toegepast op het loon om de bijdragen te bepalen niet meer dan 4 % per jaar bedraagt (de zogeheten “trapjesregel” of “4% -regel”).

In de praktijk heeft die mogelijke afwijking reeds aanleiding gegeven tot vele vragen. In deze circulaire wordt de werking van de trapjesregel verduidelijkt en voor een aantal concrete gevallen waar er reeds interpretatieproblemen gerezen zijn, het standpunt van de CBFA toegelicht.

CBFA circulaire WAP 6 van 24/07/2007

Advies nr. 20 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Alle werknemers die aangesloten zijn bij een aanvullende pensioentoezegging ontvangen jaarlijks een pensioenfiche. Opdat de aangeslotene de informatie uit deze pensioenfiche op een correcte wijze kan interpreteren, vindt men hieronder een verklarend lexicon dat de verschillende begrippen, die verplicht in deze pensioenfiche moeten worden vermeld, verduidelijkt. Dit lexicon heeft niet als doel exhaustief te zijn, maar een algemene leidraad te geven om de pensioenfiche beter te begrijpen.

Advies nr. 20 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Gegevensdatabank « opbouw aanvullende pensioenen »

In de programmawet van 27 december 2006 wordt de basis gelegd voor de oprichting van een gegevensbank « opbouw aanvullende pensioenen ». In het KB van 25 april 2007 wordt verder toegelicht welke gegevens zullen gevraagd worden en hoe de werking van deze gegevensbank zal verlopen.

KB van 25/04/2007 tot uitvoering van de gegevensbank « opbouw aanvullende pensioenen »

Programmawet van 27/12/2006 tot oprichting van een gegevensbank « opbouw aanvullende pensioenen »

Generatiepactwet – Nieuw fiscaal regime voor de aanvullende pensioenen

Op 12 april 2007 antwoordt de minister van Financiën op een vraag in de Kamer over het nieuw fiscaal regime voor de aanvullende pensioenen. In het Generatiepact is immers voorzien dat de belastingen op pensioenen gevormd met werkgeverskapitalen zullen verlaagd worden van 16,5% naar 10% als de betrokken werknemer « actief is gebleven tot aan de pensioenleeftijd ». In het antwoord van de minister wordt nu verduidelijkt wat men dient te verstaan onder « actief blijven tot aan de pensioenleeftijd » en wordt verwezen naar een nieuwe circulaire van de belastingadministratie.

Continue reading « Generatiepactwet – Nieuw fiscaal regime voor de aanvullende pensioenen »

Advies nr. 18 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

De bijdragen voor een aanvullend tweede pijler pensioenplan zijn maar fiscaal aftrekbaar voor zover de som van het wettelijke en bovenwettelijke pensioen niet meer bedraagt dan 80% van de laatste normale brutojaarbezoldiging.

De zogeheten 80%-regel is dus een controleregel die uitgedrukt is in functie van de pensioenuitkering op eindtermijn. Eén van de structurele moeilijkheden bij deze 80%-controle is dat men reeds op het ogenblik van premiestorting moet kunnen uitmaken of men op de pensioenleeftijd al dan niet de 80%-grens zal overschrijden. Bij vaste prestatieplannen kan men zich hiervoor baseren op de prestatie die door de pensioentoezegging vooropgesteld wordt. Voor toezeggingen die niet van het type “vaste prestatie” zijn (vaste bijdrageplannen), is het moeilijker om in te schatten hoeveel de pensioenprestatie zal bedragen.

Tot op heden baseerde men zich voor deze plannen op de circulaire van 4 februari 1987 (de zogenaamde circulaire Massard) die de 80%-regel vertaalde in een aftrekbaar premieniveau in functie van het loon en die tot op vandaag aanvaard werd als controleregel voor vaste bijdrageplannen. Op basis van deze regel waren de premies van een vaste bijdrageplan 12% S1 + 32% S2 (12% van het loon, begrensd tot het loonplafond 1 + 32% van het salarisgedeelte boven het loonplafond) fiscaal aftrekbaar. Hierna wordt naar deze regel verwezen als zijnde de 12/32-regel.

De wetgever heeft recent nieuwe regels ingevoerd m.b.t. de 80%-regel. Het concept van de 80 %-grens blijft hetzelfde : het blijft voor alle types van pensioenplannen een fiscale begrenzing op het niveau van de eindprestaties. Voor pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen legt de wetgever nu vast hoe de pensioenprestatie voor vaste bijdrageplannen ingeschat moet worden. De hiervoor toe te passen berekeningspercentages zullen via een Koninklijk Besluit vastgelegd worden.

Advies nr. 18 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Advies nr. 19 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

De programmawet van 27/12/2006 (BS 28/12/2006) voorziet in art. 306 in de oprichting van een gegevensbank « Opbouw aanvullende Pensioenen ». Deze wet voorziet in het bijzonder dat de Koning de lijst van de gegevens bepaalt die aan de gegevensbank meegedeeld moeten worden.

De Minister van Pensioenen heeft in dit kader een adviesaanvraag gericht aan de Commissie voor Aanvullende Pensioenen.

Advies nr. 19 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen