Advies nr. 33 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen heeft de problematiek van de uittreding geanalyseerd binnen het kader van de WAP. Zo worden situaties als uittreding beschouwd (wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst) die eigenlijk niet (of niet noodzakelijk) geviseerd zouden moeten worden. Dat wil zeggen waarbij het niet de bedoeling is dat de actieve aansluiting ophoudt. Het gaat onder meer om de multiwerkgeverspensioentoezeggingen, waarbij de werknemer overgaat van één aangesloten werkgever naar een andere en eventueel: de multisectorpensioentoezeggingen.

Om aan deze problematiek tegemoet te komen heeft de Commissie voor Aanvullende Pensioenen een tekstvoorstel van wet geschreven dat hieraan tegemoet komt.

Het voorstel van oplossing bestaat erin dat men inrichters van aanvullende pensioenplannen toelaat een overdracht van rechten te organiseren. De overdracht houdt een schuldvernieuwing of novatie in zoals voorzien in de artikelen 1271 BW en volgende. Het gaat niet om de overdracht van een schuldvordering zoals voorzien in de artikelen 1689 BW en volgende.

De overdracht tussen inrichters wordt geregeld in een zogenaamde uittredingsovereenkomst. Deze overeenkomst neutraliseert de mogelijke negatieve gevolgen van de uittreding in hoofde van de aangeslotene. Voor de aangeslotene houdt de overdracht in dat er niets verandert aan zijn pensioentoezegging. Het lijkt derhalve alsof er niets gebeurt. Alle plichten van de eerste inrichter gaan via de overdracht over naar de tweede inrichter die instemt met de overname van de plichten. Alle rechten en plichten van de overdrager worden zo overgenomen door de tweede inrichter die de overnemer is. Alle rechten die een aangeslotene kon doen laten gelden ten opzichte van de overdrager vóór de overdracht blijven onverminderd geldig tegen de overnemer.

Doordat de overdracht de uittreding als het ware neutraliseert mag de aangeslotene geen enkel nadeel ervaren. Vandaar dat er ook geen tekorten mogen zijn op het ogenblik van de overdracht. Alle mogelijke tekorten moeten opgevangen zijn. De modaliteiten van de financiering van eventuele tekorten kunnen onderling worden geregeld door de inrichters. Een aangeslotene kan geen afstand van recht doen van het opvangen van een tekort. Hij mag een tekort derhalve niet dekken. De nietigheid van de overdracht is in deze zin absoluut.

Advies nr. 33 Commissie voor Aanvullende Pensioenen dd 5 april 2011

Advies nr. 32: Gestandaardiseerde presentatiewijze van de pensioenfiche

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen heeft haar advies 32 over een gestandaardiseerde presentatiewijze van de pensioenfiche gepubliceerd.

De WAP verleent aan de CBFA de bevoegdheid om een gestandaardiseerde presentatiewijze te bepalen voor, onder meer, de jaarlijkse pensioenfiche. Binnen het kader van deze bevoegdheid hebben de diensten van de CBFA een ontwerp van uniforme pensioenfiche uitgewerkt. Op vraag van het Directiecomité van de CBFA heeft de Commissie kennis genomen van dit ontwerp en formuleert ze haar bemerkingen.

De Commissie stelt voor om de uniforme pensioenfiche progressief in te voeren en ze na een voldoende tijdsspanne te evalueren alvorens ze te veralgemenen.

advice32

Advies nr. 31 Commissie voor Aanvullende Pensioenen: « Statistische informatie over aanvullende pensioenen »

Aanvullende pensioenen nemen een steeds belangrijkere plaats in onze samenleving. Zij hebben niet alleen een nationale dimensie maar ook een Europese. Ook hun economische impact neemt gestadig toe.

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen vraagt de CBFA te onderzoeken of op basis van de bestaande en op die manier reeds ter hare beschikking gestelde gegevens een verslag, eventueel in vereenvoudigde vorm, voor de ondernemingspensioenplannen gepubliceerd kan worden zoals dit reeds bestaat voor de sectorale pensioenplannen, zodat de betrokkenen en het publiek de evolutie van de gegevens inzake aanvullende pensioenen kunnen opvolgen.

Advies 31 Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Verslag van de werkgroep « Antidiscriminatie »

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen publiceert een lijvig verslag (+100 pagina’s) over antidiscriminatie. Dit verslag actualiseert het Advies nr. 11 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen en is in lijn met de antidiscriminatiewet van 2007.

Dit verslag komt er in nauw overleg met de CBFA.

Aan dit verslag hebben zowel vertegenwoordigers van de werkgevers, van de pensioeninstellingen en van de werknemers gewerkt, en toont bijzonder mooi waar er consensus heerst en waar er geen consensus is.

Advies nr. 30 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen d.d. 9/07/2009 inzake antidiscriminatie

Problematiek van de slapende fondsen

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen heeft haar advies nr. 29 d.d. 10 maart 2009 gepubliceerd. Dit advies handelt over de problematiek van slapende fondsen. We spreken over « slapende fondsen » als een aangeslotene bijvoorbeeld op de pensioenleeftijd zijn pensioen niet opvraagt. Vooral na een uitdiensttreding is het niet altijd eenvoudig voor de pensioeninstelling om de aangeslotene (of zijn erfgenamen) nog te contacteren. De gelden blijven dan bij de pensioeninstelling.

De Commissie adviseert:

  • Dat de opdracht van SIGeDIS zou verruimd moeten worden zodat zij bij pensionering of overlijden de gegevens uit het Rijksregister kunnen doorgeven aan de pensioeninstelling;
  • Dat de aangeslotene zich tot SIGeDIS zou moeten kunnen wenden om bijvoorbeeld navraag te kunnen doen naar het bestaan van verworven prestaties;
  • Een wetswijziging opdat SIGeDIS deze bijkomende taken kan uitvoeren;
  • Een evaluatie van de problematiek na 3 jaar.

Pro memorie: de instelling SIGeDIS werd opgericht om in de toekomst een gegevensbank m.b.t. aanvullende pensioenen te beheren.

Advies nr. 29 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen (10/03/2009)

Advies nr. 28 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Vanaf 2007 moet het actuele financieringsniveau van de verworven reserves vermeld worden op de jaarlijkse pensioenfiches. Dit kan de werknemer helpen om te oordelen of zijn reserves wel voldoende gefinancierd zijn.

De CBFA heeft een ontwerpcirculaire geschreven met richtlijnen hoe dit financieringsniveau op de fiches moet vermeld worden. De Commissie voor Aanvullende Pensioenen maant de CBFA aan tot voorzichtigheid omdat deze informatie snel verkeerd kan beoordeeld worden.

Advies nr. 28 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Advies nr. 27 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

In de praktijk blijkt dat het niet zo eenvoudig is om te bepalen of een pensioenstelsel sociaal is of niet. Sociale pensioenstelsels genieten van een vrijstelling van de premietaks van 4,40%, maar moeten deze vrijstelling geven als een bijkomend voordeel aan de werknemers. Sociale pensioenstelsels kunnen zowel worden afgesloten op bedrijfs- als op sectorniveau. Maar we merken toch dat sociale pensioenstelsels op sectoraal niveau worden afgesloten, en minder gekend zijn in de bedrijfswereld.

In haar advies vraagt de Commissie voor Aanvullende Pensioenen meer duidelijk om te kunnen bepalen of een pensioenstelsel voldoet aan alle voorwaarden of niet opdat het erkend kan worden als een sociaal stelsel.

Advies nr. 27 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Advies nr. 26 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

In sommige gevallen is het toegestaan om de overfunding van een aanvullend pensioen over te dragen en « een andere sociale bestemming » te geven. Wegens gunstige beursresultaten of te hoge bijdragen in het verleden is het immers mogelijk dat in het financieringsfonds van de groepsverzekering of in het pensioenfonds er meer assets zijn dan strikt noodzakelijk in vergelijking met de minimum reserves. Deze overfunding kan niet terugkeren naar de werkgever, maar kan volgens de wet wel gebruikt worden voor « een andere sociale bescherming ».

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen spreekt zich nu uit wat dient te verstaan onder « een andere sociale bescherming ».

Advies nr. 26 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

Advies nr. 25 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen

De WAP voorziet in een overgangsregeling voor de toepassing van het gunsttarief bij vervroegde kapitaalsuitkeringen. Tot 31 december 2009 kunnen kapitalen nog vervroegd uitgekeerd worden, dit is onder de leeftijd van 60 jaar, en toch van het gunsttarief genieten indien ze aan de voorwaarden zoals opgesomd in de WAP voldoen.

De Commissie voor Aanvullende Pensioenen buigt zich nu over de problematiek van pensioenen die worden opgevraagd voor 31/12/2009, maar die omwille van administratieve achterstand pas in 2010 zullen worden uitgekeerd. Welk belastingregime zal van toepassing zijn?

Advies nr. 25 van de Commissie voor Aanvullende Pensioenen