Juiste procedure lijst 201

Pension Architects vroeg aan het contactcenter FOD Financiën welke procedure moet gevolgd worden bij de opmaak van de lijst 201.

Vraagstelling

Beschrijving van de bestaande procedure

Voor een sectorale pensioenregeling dienen we de loon- en rijksregistergegevens te bevragen via de Kruispuntbank voor Sociale Zekerheid (KSZ). De loongegevens worden overgemaakt op basis van de trimestriële DmfA aangiften zodat we steeds de laatste DmfA-aangifte moeten afwachten om het bruto bedrag van het overlijdenskapitaal te kunnen vaststellen.

De begunstigden bij overlijden worden conform het pensioenreglement vastgesteld op basis van de volgende rangorde:

  • de echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zover niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden
  • bij ontstentenis, de wettelijk samenwonende partner
  • bij ontstentenis, de kinderen
  • bij ontstentenis, de door de aangeslotene aangeduide begunstigde(n)
  • bij ontstentenis, de ouders
  • bij ontstentenis, de pensioeninstelling.

Voorbeeld

  • een aangeslotene overlijdt op 17 juni 2015
  • op 20 juni krijgen we een datum van overlijden binnen via de KSZ
  • aangezien het overlijden heeft plaatsgevonden in de loop van het derde trimester dienen we de DmfA-aangiften af te wachten van dit trimester om het overlijdenskapitaal te kunnen vaststellen — meestal ontvangen we deze aangifte eind oktober/begin november, maar dit kan ook later als de werkgever een laattijdige DmfA-aangifte indient
  • als we eind oktober de DfmA-aangiften hebben ontvangen, zullen we begin november de berekening uitvoeren
  • aangezien we geen kennis hebben van de begunstigden sturen we een brief naar het oude adres van de aangeslotene met de berekening
  • als deze brief ongeadresseerd terugkomt, contacteren we de gemeente of het registratiekantoor om te vernemen of zij nog andere contactgegevens kennen
  • als de begunstigde ons alle gegevens heeft overgemaakt, kunnen we het netto bedrag uitkeren en de lijst 201 opstellen
  • in ons voorbeeld zou dit ten vroegste eind november zijn.

We merken dat sommige pensioeninstellingen onmiddellijk na het bericht van overlijden een « pro forma lijst 201 » opstellen waarin zij een raming van het uit te keren bedrag geven alsook de begunstigingsvolgorde opgenomen in het pensioenreglement.

Dient de pensioeninstelling een « pro forma lijst 201 » op te maken om beter te kunnen voldoen aan de timingsvereisten?

Andere vragen

Het is ons onduidelijk of ook de notaris het aanvullend pensioen moet opnemen in zijn successieaangifte. Immers de pensioeninstelling is al gehouden om een lijst 201 in te dienen.

Kan u ons informeren of ook de notaris de gegevens van het aanvullend pensioen moet opnemen in zijn successieaangifte?

De pensioeninstelling heeft als zetel Brussel.

Dienen we alle aangiftes « lijst 201 » in te dienen bij « FOD Financiën, Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, Gewestelijke Directie Registratie Brussel, Regentschapsstraat 54, 1000 Brussel »?

Antwoord van het Contactcenter

Uw vraag aan het Contactcenter FOD Financiën betreffende de lijsten 201, werd aan mijn dienst overgemaakt.

Bij het overlijden van een aangeslotene dient de lijst 201, overeenkomstig artikel 97 W.Succ., aan de daartoe aangewezen ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te worden afgegeven binnen de in dit artikel bepaalde termijnen.

Artikel 130 W.Succ. voorziet een boete van 250 euro tot 500 euro voor elke overtreding van artikel 97 W.Succ.
Indien het werkelijk onmogelijk is om aan de in artikel 97 W.Succ. bepaalde termijnen te voldoen dient u binnen de voormelde termijnen een pro forma lijst 201 in te leveren. Deze dient gevolgd te worden door de definitieve lijst van zodra u over alle gegevens beschikt om het bruto bedrag van het overlijdenskapitaal te kunnen vaststellen.

Aangezien de zetel van de pensioeninstelling gevestigd is te Brussel dienen alle lijsten 201 ingediend te worden bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, Centrum Rechtszekerheid Brussel, Kruidtuinlaan 50 bus 3957, 1000 Brussel.

Volgens artikel 3.13.1.3.7. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit blijft artikel 97 van het federale Wetboek van Successierechten en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, onverminderd van toepassing met het oog op de juiste heffing en de invordering van het successierecht. De erin vermelde federale belastingdiensten en federale belastingambtenaren behouden de bevoegdheden en taken die uit die bepalingen voortvloeien. De bestuursdiensten van de staat bezorgen de aldus verkregen informatie overeenkomstig artikel 3.13.1.4.2. aan de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

De centrumdirecteur (vroegere gewestelijke directeur) meldt enkel de ontvangst van de kennisgevingen en lijsten aan de betrokkenen die er om vragen.

Over de inhoud van de aangifte van nalatenschap in te dienen in het Vlaams Gewest mag mijn dienst zich niet meer uitspreken aangezien deze materie met ingang van 1 januari 2015 behoort tot de bevoegdheid van het Vlaams Gewest.
Wat de aangiften van nalatenschappen in te dienen in het Waals en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, dient de notaris het aanvullend pensioen steeds op te nemen in de aangifte van nalatenschap zodat de Administratie kan controleren of artikel 8 W.Succ. al dan niet van toepassing is.