Désolé, cet article est seulement disponible en Nederlands.
Catégorie : Wet
(Nederlands) Elektronische verzending van lijst 201
(Nederlands) Impact van tijdelijke Corona-werkloosheid op aanvullend pensioen
(Nederlands) Schalen bedrijfsvoorheffingen 2017
Algemene administratie van de Fiscaliteit. — Bericht aan de verzekeringsondernemingen, voorzorgsinstellingen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen. — Belastingstelsel van aanvullende pensioenen – afzonderlijke aanslagvoet van 10 % – begrip « effectief actief » – stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
Dit bericht verduidelijkt het begrip « effectief actief » voor werklozen
in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) zoals
opgenomen in de bijlage 4, « Interpretatie van het begrip effectief actief », van het bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten m.b.t. de fiche 281.11 (inkomstenjaar 2015).
Voormeld bericht kan u raadplegen op de website www.financien.belgium.be via de volgende linken: Experten & Partners > Sociale secretariaten en schuldenaars van inkomsten > Bericht aan schuldenaars > Pensioenen (fiche 281.11).
De in voormelde bijlage 4 opgenomen limitatieve lijst van periodes
van inactiviteit of van mindere activiteit die met periodes van activiteit kunnen worden gelijkgesteld, werd (en ditmet ingang vanaf 01.01.2015) aangevuld met de volgende periode:
• “voor de periode tijdens dewelke betrokkenen werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag genieten voor zover zij aangepast beschikbaar zijn als bedoeld in artikel 56, § 3 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende werkloosheidsreglementering. Aangepaste beschikbaarheid houdt
onder meer in dat men ingeschreven blijft als werkzoekende en meewerkt aan een aangepaste begeleiding. Deze aangepaste begeleiding gebeurt door middel van een individueel actieplan.”
Vanaf 01.01.2015 wordt dus de periode waarin een werkloze in SWT
aangepast beschikbaar is gebleven (in de zin van artikel 56, § 3 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende werkloosheidsreglementering), gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. Wanneer hij evenwel in die periode niet aangepast beschikbaar is gebleven, wordt die periode niet gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven.
Wat die aangepaste beschikbaarheid betreft, moet een onderscheid
worden gemaakt tussen de bestaande en de nieuwe werklozen in SWT.
Nieuwe werklozen in SWT
Vanaf 01.01.2015 zijn de zogenaamde ²nieuwe werklozen in SWT² in principe onderworpen aan de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt tot de maand waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereiken. Evenwel is het mogelijk om een vrijstelling aan te vragen van deze verplichting van aangepaste beschikbaarheid, mits bepaalde voorwaarden met betrekking tot de leeftijd of de beroepsloopbaan zijn vervuld.
De periode waarin een werkloze in SWT aangepast beschikbaar is
gebleven, wordt gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. Wanneer echter de werkloze in SWT een vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid heeft gevraagd en verkregen, wordt hij niet beschouwd als effectief actief.
Bestaande werklozen in SWT
De zogenaamde « bestaande werklozen in SWT » zijn vrijgesteld van
de verplichtingen verbonden aan de beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt. Aangezien deze werklozen in SWT niet aangepast
beschikbaar zijn, zijn zij ook niet effectief actief.
Afzonderlijke aanslagvoet
Wie effectief actief is gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd
kan aanspraak maken op de gunstige afzonderlijke aanslagvoet van
10 % als bedoeld in artikel 171, 2°, b, tweede streepje van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Wie daarentegen niet effectief actief is gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd heeft geen recht op voormelde afzonderlijke aanslagvoet van 10 %.
Maximale referentierentevoet tak 21 daalt naar 2%
In het BS van 3 februari 2016 is een Ministerieel besluit verschenen van 20 januari.
Voor aanvullende pensioenen die via een groepsverzekering worden afgesloten met gegarandeerd rendement (de zogenaamde tak 21) mag de verzekeraar niet langer een rentevoet garanderen die hoger is dan 2%.
Tot op heden was de maximale referentierentevoet 3,75%, maar die werd al enige tijd niet meer toegepast voor nieuwe contracten in het licht van de lage rentemarkt.
Aangezien dit Ministerieel besluit in werking treedt 10 dagen na publicatie, zal dit vanaf volgende week een belangrijke impact kunnen hebben op bestaande contracten.
KB tot wijziging van KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing
In het Staatsblad van 21 december 2015 zijn de nieuwe schalen van de bedrijfsvoorheffingen gepubliceerd zoals van toepassing op aanvullende pensioenen.
Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van vorig jaar.
Minimum WAP rendementsgarantie
Op 24 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen, zoals gestemd op 18 december in de Kamer, gepubliceerd.
De wet is de ultieme uitvoering van het akkoord dat de sociale partners op 16 oktober 2015 sloten en dat het minimumrendement uit de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) hervormt en de keuzemogelijkheid van een minimale overlijdensdekking voor slapers voorziet. Tevens wordt het aanvullend karakter van de 2de pijler versterkt door de uitbetaling van het aanvullend pensioen af te stemmen op het wettelijk pensioen en de zogenaamde vervroegingsmechanismen af te schaffen.
De inwerkingtreding van deze nieuwe wetgeving is voorzien op 1 januari 2016.
Nieuwe schalen bedrijfsvoorheffingen
In het Staatsblad van 16 december 2014 zijn de nieuwe schalen bedrijfsvoorheffingen gepubliceerd die van toepassing zijn op pensioenrenten en -kapitalen.
Geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen
Wet van 5 mei 2014.