Elektronische verzending van lijst 201

Vanaf 1 maart 2020 zijn de op papier verzonden lijsten 201, afkomstig van een bank of verzekeringsinstelling die meer dan 100 lijsten verzendt op jaarbasis, ongeldig.

Ingevolge het Koninklijk Besluit en het Ministerieel besluit betreffende de elektronische verzending van de lijsten 201, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 5 augustus 2019, moeten dezee lijsten langs elektronische weg bezorgd worden aan de bevoegde ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Een boete kan volgens artikel 130 van het wetboek der Successierechten geheven worden in geval van niet-elektronische verzending.

BS_circulaire2019-c-98

BS_KB_2019-c-98

circulaire_2019:C:98

Impact van tijdelijke Corona-werkloosheid op aanvullend pensioen

Afgelopen week is er een wetsvoorstel gestemd in de Kamer om de pensioenopbouw en overlijdensdekking in geval van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van COVID-19 verder te zetten. Dit wetsvoorstel heeft ook een impact op sectorplannen. Het wetsvoorstel is er gekomen op initiatief van de verzekeringssector die heeft voorgesteld om tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van COVID-19 de groepsverzekering verder te zetten. De bijdragen blijven verschuldigd door de werkgevers (en werknemers als er ook werknemersbijdragen zijn) terwijl dit normaal bij tijdelijke werkloosheid niet het geval is, tenzij de werkgever anders beslist. Zij kunnen ook uitstel van betaling vragen.

Ontwerp fiscaal art 9 55K1174001

55K1159005_wetsvoorstel voortzetting dekkingen pensioen, overlijden, invaliditeit en hospitalisatie tijdens corona-werkloosheid_2020.04.30

Posted in Wet

Algemene administratie van de Fiscaliteit. — Bericht aan de verzekeringsondernemingen, voorzorgsinstellingen en instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen. — Belastingstelsel van aanvullende pensioenen – afzonderlijke aanslagvoet van 10 % – begrip “effectief actief” – stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Dit bericht verduidelijkt het begrip “effectief actief” voor werklozen
in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) zoals
opgenomen in de bijlage 4, “Interpretatie van het begrip effectief actief”, van het bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten m.b.t. de fiche 281.11 (inkomstenjaar 2015).

Voormeld bericht kan u raadplegen op de website www.financien.belgium.be via de volgende linken: Experten & Partners > Sociale secretariaten en schuldenaars van inkomsten > Bericht aan schuldenaars > Pensioenen (fiche 281.11).

De in voormelde bijlage 4 opgenomen limitatieve lijst van periodes
van inactiviteit of van mindere activiteit die met periodes van activiteit kunnen worden gelijkgesteld, werd (en ditmet ingang vanaf 01.01.2015) aangevuld met de volgende periode:
“voor de periode tijdens dewelke betrokkenen werkloosheidsuitkeringen met bedrijfstoeslag genieten voor zover zij aangepast beschikbaar zijn als bedoeld in artikel 56, § 3 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende werkloosheidsreglementering. Aangepaste beschikbaarheid houdt
onder meer in dat men ingeschreven blijft als werkzoekende en meewerkt aan een aangepaste begeleiding. Deze aangepaste begeleiding gebeurt door middel van een individueel actieplan.”

Vanaf 01.01.2015 wordt dus de periode waarin een werkloze in SWT
aangepast beschikbaar is gebleven (in de zin van artikel 56, § 3 van het koninklijk besluit van 25.11.1991 houdende werkloosheidsreglementering), gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. Wanneer hij evenwel in die periode niet aangepast beschikbaar is gebleven, wordt die periode niet gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven.
Wat die aangepaste beschikbaarheid betreft, moet een onderscheid
worden gemaakt tussen de bestaande en de nieuwe werklozen in SWT.

Nieuwe werklozen in SWT
Vanaf 01.01.2015 zijn de zogenaamde ²nieuwe werklozen in SWT² in principe onderworpen aan de verplichting van aangepaste beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt tot de maand waarin zij de leeftijd van 65 jaar bereiken. Evenwel is het mogelijk om een vrijstelling aan te vragen van deze verplichting van aangepaste beschikbaarheid, mits bepaalde voorwaarden met betrekking tot de leeftijd of de beroepsloopbaan zijn vervuld.

De periode waarin een werkloze in SWT aangepast beschikbaar is
gebleven, wordt gelijkgesteld met een periode waarin hij effectief actief is gebleven. Wanneer echter de werkloze in SWT een vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid heeft gevraagd en verkregen, wordt hij niet beschouwd als effectief actief.

Bestaande werklozen in SWT
De zogenaamde “bestaande werklozen in SWT” zijn vrijgesteld van
de verplichtingen verbonden aan de beschikbaarheid voor de
arbeidsmarkt. Aangezien deze werklozen in SWT niet aangepast
beschikbaar zijn, zijn zij ook niet effectief actief.

Afzonderlijke aanslagvoet
Wie effectief actief is gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd
kan aanspraak maken op de gunstige afzonderlijke aanslagvoet van
10 % als bedoeld in artikel 171, 2°, b, tweede streepje van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Wie daarentegen niet effectief actief is gebleven tot aan de wettelijke pensioenleeftijd heeft geen recht op voormelde afzonderlijke aanslagvoet van 10 %.

effectief-actief_mededeling-fiscus_bs-2016-07-11

Maximale referentierentevoet tak 21 daalt naar 2%

In het BS van 3 februari 2016 is een Ministerieel besluit verschenen van 20 januari.

Voor aanvullende pensioenen die via een groepsverzekering worden afgesloten met gegarandeerd rendement (de zogenaamde tak 21) mag de verzekeraar niet langer een rentevoet garanderen die hoger is dan 2%.

Tot op heden was de maximale referentierentevoet 3,75%, maar die werd al enige tijd niet meer toegepast voor nieuwe contracten in het licht van de lage rentemarkt.

Aangezien dit Ministerieel besluit in werking treedt 10 dagen na publicatie, zal dit vanaf volgende week een belangrijke impact kunnen hebben op bestaande contracten.

20160203_maximale_referentierentevoet

Minimum WAP rendementsgarantie

Op 24 december 2015 werd de wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen, zoals gestemd op 18 december in de Kamer, gepubliceerd.

De wet is de ultieme uitvoering van het akkoord dat de sociale partners op 16 oktober 2015 sloten en dat het minimumrendement uit de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) hervormt en de keuzemogelijkheid van een minimale overlijdensdekking voor slapers voorziet. Tevens wordt het aanvullend karakter van de 2de pijler versterkt door de uitbetaling van het aanvullend pensioen af te stemmen op het wettelijk pensioen en de zogenaamde vervroegingsmechanismen af te schaffen.

De inwerkingtreding van deze nieuwe wetgeving is voorzien op 1 januari 2016.

20151208_wetsontwerp

20151211_amendementen

20151217_Aangenomentekst

20151217_verlsag

20151224_Staatsblad

Wetsontwerp houdende diverse bepalingen

Op 22 april 2014 heeft de Kamer het wetsontwerp houdende diverse bepalingen aangenomen in plenaire vergadering. De tekst is overgezonden aan de senaat en staat op de agenda van 24 april 2014. Het wetsontwerp behandelt zes titels:

  1. Verjaring
  2. Informatie voor de werknemers, de zelfstandigen en de ambtenaren over de gegevens betreffende aanvullende pensioenen
  3. Aanvullend pensioen voor bedrijfsleiders
  4. Uittreding
  5. Pensioenleeftijd
  6. Andere wijzigingsbepalingen

De titel “Verjaring” beoogt een uniforme regelgeving in te voeren m.b.t. de verjaring van de vordering die een werknemer/zelfstandige, een aangeslotene of een begunstigde op het vlak van aanvullende pensioenen kan indienen tegen een werkgever, inrichter of pensioeninstelling. De tweede titel “Informatie voor de werknemers, de zelfstandigen en de ambtenaren over gegevens betreffende de aanvullende pensioenen” heeft als doelstelling de wijze te regelen waarop de gegevensbank betreffende de aanvullende pensioenen ten latste vanaf 31 december 2016 toegankelijk zal zijn voor werknemers, zelfstandigen of ambtenaren die een aanvullend pensioen aan het opbouwen zijn of opgebouwd hebben. Titel drie “Aanvullend pensioen voor bedrijfsleiders” beoogt een regelgevend kader te creëren op sociaal vlak voor de aanvullende pensioenen die bedrijven toekennen aan hun zelfstandige bedrijfsleiders. De titel “Uittreding” beoogt een hervorming van het begrip uittreding in de wet op de aanvullende pensioenen voor werknemers. De vijfde titel “Pensioenleeftijd” beoogt het begrip pensioenleeftijd in de WAP in te voeren. Elk pensioenreglement zal een pensioenleeftijd moeten voorzien. Het gaat om een zuiver technisch begrip dat nodig is om in pensioenplannen de nodige actuariële berekeningen te kunnen doorvoeren. De laatste titel “Andere wijzigingsbepalingen” beoogt een beperkt aantal technische wijzigingen aan de wet op aanvullende pensioenen voor werknemers en de wet op de aanvullende pensioenen voor zelfstandigen.

Aangenomen tekst: 53K3500005

Parlementair document in Kamer