Toekomst van de tweede pensioenpijler

Volksvertegenwoordiger Jean-Jacques Flahaux wijst de minister van Pensioenen op het feit dat 107 van de 205 Belgische pensioenfondsen in onderfinanciering zijn. Dit zou meer zijn dan het Europees gemiddelde.

De minister relativeert de vaststelling aangezien er zich geen liquiditeitstekort stelt bij de pensioenfondsen. Het is wel belangrijk dat de werkgevers in staat zijn om hun verplichtingen na te komen. De minister becommentarieert vervolgens de maatregelen en de opvolging van de CBFA.

De minister besluit dat de tweede pijler goed beveiligd en gereguleerd dient te worden. Hij kondigt bovendien een iniatief aan om dit tijdens het Belgisch voorzitterschap van de EU aan te kaarten.

52K0096_1

IAS 19 standaard

De standaard schrijft voor welke administratieve-verwerkingswijze werkgevers dienen te hanteren voor
personeelsbeloningen en welke informatie ze hieromtrent dienen te verstrekken. Deze standaard vervangt
IAS 19, Pensioenlasten, die in 1993 werd goedgekeurd.

IAS 19 standaard zoals verschenen in Publicatieblad van de Europese Unie (13/10/2003) – NL

IAS 19 standaard zoals verschenen in Publicatieblad van de Europese Unie (13/10/2003) – EN

IAS 19 standaard geconsolideerd tot 31/12/2008 – EN

Persbericht « Grote meerderheid lokale besturen wil aanvullend pensioen voor contractueel personeel »

73% van de lokale besturen wil het verschil in rustpensioen tussen statutairen en contractanten wegwerken. 59% ziet een aanvullend pensioen hiervoor als de ideale oplossing. Dit blijkt uit de peiling van Pension Architects in samenwerking met AG Insurance, AXA Belgium en Delta Lloyd Life, waarbij 728 lokale besturen werden aangeschreven.

Uit de enquête blijkt dat er een zeer breed draagvlak is voor aanvullende pensioenen voor contractanten. Meer nog, de helft van de besturen vraagt dat ook de verschillen in overlevingspensioen en invaliditeitsuitkering worden weggewerkt.

De meerderheid van de lokale besturen (64%) wil echter wel autonoom kunnen beslissen over de hoogte van het aanvullend pensioen, en wenst financiële avonturen te vermijden door te opteren voor een ‘vaste bijdrageregeling’ waarbij de kostprijs op voorhand gekend is.

Persbericht

Communique De Presse

Persvoorstelling

Colloquium: Aanvullende pensioenen in de publieke sector

Eind 2009 heeft Pension Architects een enquête « Aanvullende pensioenen in de publieke sector » gelanceerd, in samenwerking met AG Insurance, AXA Belgium en Delta Lloyd Life.

Bijna 30% van de lokale besturen heeft deze enquête ingevuld, waardoor het doel van de bevraging bereikt werd, namelijk het in kaart brengen van het HR beleid van de lokale besturen op het vlak van het pensioen voor contractuele en statutaire ambtenaren.

De enquête wordt toegelicht tijdens een colloquium dat zal plaatsvinden op 23 maart 2010. De resultaten worden voorgesteld en geïllustreerd met inleidende en praktische informatie over aanvullende pensioenen. Nadien wordt u uitgenodigd voor een lichte lunch.

Omwille van organisatorische redenen willen wij u vragen om in te schrijven voor 8 maart.

Aftrekbaarheid van de premietaksen

Mevrouw de volksvertegenwoordiger Martine De Maght vroeg aan de minister van Financiën of de premietaksen van 4,40% een aftrekbare beroepskost vormen.

De minister verwijst naar de 80% regel en verduidelijkt dat de jaarlijkse taks op de verzekeringsverrichtingen van 4.40% een integraal deel is van de werkgeversbijdragen en dus in principe als beroepskost aftrekbaar is.

De premietaks moet mee in beschouwing worden genomen bij de vaststelling van de 80% regel.

20100201_52K0092

Circulaire CBFA_2010_05 inzake de mededeling van de jaarrekening van IBP’s

De CBFA heeft haar jaarlijkse circulaire gepubliceerd waar gedetailleerd wordt toegelicht welke documenten, jaarrekening en statistieken moeten worden meegedeeld door de pensioenfondsen voor het boekjaar eindigend in 2009.

De circulaire is gebaseerd op deze van vorig jaar met een aantal beperkte wijzigingen.

Hierbij vindt u de circulaire met al haar bijlagen in 1 document.

cbfa_2010_05_volledig

Prospectieve sterftequotiënten per geslacht en uniseks

Het Federaal Planbureau publiceert een nieuwe studie over prospectieve sterftetafels per geslacht en uniseks.

Het eerste deel van deze studie omvat een herziening van de algemene methode voor de opmaak van de prospectieve sterftequotiënten voor de hoge leeftijden, zoals voorgesteld in WP20 van 2004. Bijzondere aandacht werd besteed aan de gevoeligheid van de resultaten voor de belangrijkste parameters. Daarna volgt een projectie per geslacht waarin de nieuwe waarnemingen voor de jaren 2002 tot 2007 zijn opgenomen.

In het tweede deel wordt een berekeningsmethode voor de uniseks prospectieve sterftequotiënten ontwikkeld die gebaseerd is op een theoretische opdeling van de bevolking naar geslacht. De resultaten van de uniseks projectie die voortvloeien uit die nieuwe methode worden voorgesteld en vergeleken met de resultaten van de klassieke methode.

Publicatie

Prospectieve sterftetafels

Bron: Federaal Planbureau, 4/02/2010

Voorstelling enquêteresultaten over aanvullende pensioenen voor contractuele werknemers bij de overheid

Pension Architects peilde in samenwerking met drie verzekeraars, AG Insurance, AXA en Delta Lloyd Life, naar het verwachtingspatroon en de behoeften van 728 lokale besturen op het vlak van aanvullende pensioenen.

De resultaten van deze enquête zullen worden voorgesteld tijdens een colloquium dat gepland wordt in de week van 15 maart.

De resultaten zullen al aan de pers worden voorgesteld tijdens een persvoorstelling op 22 februari. Deze voorstelling zal enkel toegankelijk zijn voor de pers.

Voor verdere informatie kan u contact opnemen met:

  • Pension Architects: Ivan Eulaers – +32 3 322 97 79
  • AG Insurance: Gerrit Feyaerts (woordvoerder) – +32 2 664 09 61
  • AXA: Wim Pauwels (woordvoerder) – +32 2 678 64 63
  • Delta Lloyd Life: Laurent Winnock (woordvoerder) – +32 2 238 89 23

Belastbaarheid van in het buitenland opgebouwde pensioenen

Vonnis van de Rechtbank van eerste aanleg van Hasselt dd. 04.02.2009 – Eisers bezitten de Nederlandse nationaliteit maar hebben hun woonplaats naar België overgebracht. Zij hebben pensioenrechten opgebouwd binnen een Nederlandse vennootschap dewelke schriftelijk werden vastgelegd in een pensioenbrief. In het jaar 1993 betaalde deze Nederlandse vennootschap een afkoopsom aan eerste eiser. Deze som vertegenwoordigde de afkoopwaarde van de pensioenrechten ten voordele van de belastingplichtigen opgebouwd door stortingen gedaan door de in Nederland gevestigde besloten vennootschap.

De betwisting betreft de vraag of de afkoopwaarden van deze rechten als een uitgesteld beroepsinkomen in toepassing van art. 34, § 1 belastbaar is. De Rechtbank dient na te gaan, aan de hand van de overlegde stukken als daar zijn de pensioenbrief, of de premiestortingen in het individuele en definitieve voordeel van de begunstigden werden verricht.

De Rechtbank komt tot het besluit dat de pensioenrechten van eerste eiser in zijn uitsluitend en definitief voordeel werden aangelegd, zodat dit voordeel te beschouwen was als een onmiddellijk en definitief verworven voordeel voor eisers op het ogenblik van de premiestorting door de werkgever van eerste eiser. De kapitaalsuitkering kan dan ook niet als een uitgesteld bedrijfsinkomen worden belast in hoofde van eisers.

Rb. Hasselt 4 februari 2009, AR nr. 01/711/A, FiscalNet 19 november 2009.

Bron: Leergang Pensioenrecht 2009-2010, nr. 3, 23 januari 2010