Pensioenen in de pers

Circulaire FSMA 2014

De Circulaire FSMA_2014_01 betreffende de mededeling van de jaarrekening, statistieken en erbij te voegen documenten voor het boekjaar 2013: fsma_2014_01 De bijlagen:

  1. Activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmarge: fsma_2014_01-1
  2. Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen op 31/12/2013: fsma_2014_01-2
  3. Gedetailleerde lijsten van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen op 31/12/2013: fsma_2014_01-3
  4. Uitsplitsing van de technische voorzieningen: fsma_2014_01-4
  5. Financiering: fsma_2014_01-5
  6. Prestaties uitgesplitst naar hun aard: fsma_2014_01-6
  7. Aantal aangeslotenen: fsma_2014_01-7
  8. Financiële toestand: fsma_2014_01-8
  9. P 40-rapportering:fsma_2014_01-9
  10. Opvolging herstel- en saneringsmaatregelen: fsma_2014_01-10

Pensioenen in de pers

RSVP + Sociale Wegwijzer

De RSVZ heeft haar coëfficiënten gepubliceerd voor de berekening van de wettelijke pensioenen voor zelfstandigen. Het tussenplafond 2013 bedraagt € 46.679,96 en het plafond € 55.405,04. Op basis van deze plafonds bedraagt het maximumpensioen dat in 2013 als alleenstaande kan opgebouwd worden € 452,38. Het minimumpensioen voor een alleenstaande werd vastgesteld op € 12.731,29 en voor een gezinspensioen op € 16.844,72 per jaar. Gepensioneerden vanaf 65 jaar mogen nog tot € 22.293,00 als werknemer of tot € 17.835,00 als zelfstandige bijverdienen onder het stelsel van toegelaten activiteit. DOC001

Pensioenen in de pers

Beleidsverklaring

BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS 7 november 2013 ALGEMENE BELEIDSNOTA (*) Pensioenen 1. Inleiding Deze regering heeft de grootste pensioenhervormingen van de afgelopen twintig jaar doorgevoerd. In nauwelijks anderhalf jaar tijd werden de volgende maatregelen genomen: — het optrekken van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden voor het vervroegd pensioen in de pensioenstelsels van de werknemers, de zelfstandigen en de ambtenaren; — de integratie van de bijzondere pensioenstelsels van de mijnwerkers, het vliegend personeel van de burgerluchtvaart en van de zeevarenden in het algemene pensioenstelsel van de werknemers; — de aanpassing van de berekeningswijze van het pensioen van de statutaire ambtenaren waardoor ze een pensioen zullen krijgen op basis van hun gemiddelde wedde van de laatste tien in plaats van de laatste vijf jaar; — het zwaarder laten doorwegen van de gewerkte periodes ten opzichte van sommige gelijkgestelde periodes in de berekeningswijze van het pensioen van de werknemers; — het invoeren van een geharmoniseerde pensioenbonus voor de werknemers, de zelfstandigen en de statutaire ambtenaren; — de versoepeling van de regels inzake toegelaten arbeid na pensionering en de invoering van de mogelijkheid tot onbeperkt bijverdienen voor 65-plussers met een loopbaan van minstens 42 jaar; — de administratieve vereenvoudiging van de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO); — de aanpassing aan de welvaart van de oudste pensioenen, de gewaarborgde minimumpensioenen, de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) en de pensioenberekeningsplafonds; — de gelijkschakeling van het gezinsbedrag van het gewaarborgd minimumpensioen voor zelfstandigen met dat van het gewaarborgd minimumpensioen voor werknemers en — de afschaffing van de pensioenmalus in het pensioenstelsel van de zelfstandigen. Al deze hervormingen kaderen in een ruimere beleidsstrategie inzake pensioenen. Deze is en blijft coherente, praktische en werkbare oplossingen uitwerken voor de twee grote uitdagingen die het maatschappelijke fenomeen van de vergrijzing gedurende de komende decennia aan het Belgische pensioenbeleid stelt: onze pensioenen sociaal en fi nancieel duurzaam houden. Ook tijdens het volgend jaar blijft dat de focus. 106-Beleidsverklaring