Nieuwe tarieven voor overzeese sociale zekerhieid

Een koninklijk besluit in voorbereiding zal de tarieven en schalen voor de overzeese sociale zekerheid vanaf 1 februari 2017 wijzigen.

Dit koninklijk besluit gebruikt voortaan uniseks sterftetafels om in overeenstemming te zijn met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie betreffende het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid.
In navolging van de aanbevelingen van het Rekenhof anticipeert dit koninklijk besluit ook op een grondige hervorming van de overzeese sociale zekerheid teneinde het financieel evenwicht ervan te garanderen. De tarieven en schalen die het Pensioenfonds toepast, worden daarom gewijzigd om te komen tot een meer marktconforme rentevoet. Voortaan wordt in plaats van 3,75% een rentevoet van 2% toegepast.

Brief individuele bijdragen

Tariefstructuur DOSZ

In het KB van 28/12/2006 wordt beschreven welke tariefstructuur de Dienst Overzeese Zekerheid (DOSZ) gebruikt voor haar berekeningen.

Conform artikel 17 van de wet van 17 juli 1963 is de bijdrage aan de algemene regeling bestemd ten belope van:

  • 70% voor het Pensioenfonds ter financiering van de rust- en overlevingsrenten;
  • 20,5% voor het Solidariteits- en Perequatiefonds ter financiering van in hoofdzaak de indexering van deze renten;
  • 9,5% voor het Invaliditeitsfonds ter financiering van de ziekte-invaliditeit en de uitgestelde verzekering geneeskundige verzorging.

Zodoende moeten de tarieven nog gedeeld worden door 70% om de bijdrage aan de algemene regeling voor de renteopbouw te kennen.

KB tot vaststelling van de door DOSZ toe te passen tarieven en schalen

Wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid