Praktijkgids voor het verkrijgen van een toelating of een uitbreiding van de toelating door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht

Deze praktijkgids beschrijft de te volgen procedure en bepaalt de inhoud en de vorm van de aanvragen tot toelating of uitbreiding van de toelating die bij de FSMA worden ingediend door de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht. Deze procedure wordt geregeld door de bepalingen van de artikelen 52 tot 61 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (“WIBP”) en houdt onder meer in dat bij de FSMA een verzoek wordt ingediend, samen met bepaalde inlichtingen en documenten.

De praktijkgids vervangt het memorandum voor het verkrijgen van een toelating of een uitbreiding van de toelating door een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening naar Belgisch recht uit 2007, dat in 2010 werd geactualiseerd, om rekening te kunnen houden met de doorgevoerde wetswijzigingen.

Zo is de FSMA de bevoegde autoriteit sinds de “Twin Peaks”-hervorming.

Daarnaast stelt artikel 28 van het koninklijk besluit betreffende de vergoeding van de werkingskosten van de FSMA ter uitvoering van artikel 56 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten dat de IBP’s die een aanvraag tot vergunning indienen, een bijdrage van 2.500 EUR verschuldigd zijn aan de FSMA voor het onderzoek van deze aanvraag.Praktijkgids FSMA

FSMA publiceert FAQ’s over verzekeraar in vereffening

De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) heeft op haar website een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ’s) gepubliceerd over de gevolgen van de vereffening van Apra Leven voor alle mogelijke betrokkenen bij verzekeringscontracten van de tweede pensioenpijler, beheerd door Apra Leven.

Apra Leven is een verzekeringsonderneming waarvan de vergunning op 4 maart 2011 werd ingetrokken en die in vereffening werd gesteld. De FSMA is belast met het toezicht op de naleving van de sociale wetgeving voor de tweede pensioenpijler, en volgt dan ook op wat er bij de vereffening van Apra Leven gebeurt met de aanvullende pensioenregelingen. Het gaat om de groepsverzekeringen voor werknemers en het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen.

De FAQ’s willen de meest voorkomende vragen beantwoorden in verband met aanvullende pensioenen bij Apra Leven. Ze hebben betrekking op de vereffening van Apra Leven en de wetgeving op de aanvullende pensioenen. Ze bieden antwoorden voor zowel personen die aangesloten zijn bij een groepsverzekering beheerd door Apra Leven, als voor werkgevers die bij Apra Leven een groepsverzekering afgesloten hebben.

faq_apra

Tweejaarlijks verslag over de sectorale pensioenstelsels

Om de evolutie van de sectorale pensioenstelsels te kunnen volgen, heeft de wetgever de FSMA de opdracht gegeven om daarover tweejaarlijks een verslag op te stellen (artikel 50 van de WAP). Dit verslag is het derde tweejaarlijks verslag en betreft de periode 2008- 2009.

Op 31 december 2009 bestonden er in 28 paritaire comités of subcomités één of meerdere sectorale pensioenstelsels.Rekening houdend met de bijzonderheden binnen deze paritaire comités komt men eind 2009 op een totaal van 32 sectorale pensioenstelsels. In de 28 paritaire comités waar op 31 december 2009 een sectoraal pensioenstelsel van kracht was, waren op dat ogenblik in totaal 756.485 werknemers actief, een stijging met 12% ten opzichte van 2007. Deze werknemers waren tewerkgesteld bij 78.804 werkgevers.

Bij de 19 stelsels met een lineaire loongerelateerde bijdrage, voorzien er 12 in een bijdrage27 tussen 1% en 1,75% van het loon. Deze 12 stelsels vertegenwoordigen met 84% de ruime meerderheid van de actieve aangeslotenen bij dit type pensioenstelsel. Voor 14% van de aangeslotenen (bij 4 stelsels) bedraagt de bijdrage minder dan 1% van het loon. Slechts 2% van de aangeslotenen (bij 3 stelsels) heeft een bijdrage groter dan 1,75% van het loon. De gemiddelde bijdrage per stelsel bedraagt 1,49%, tegenover 1,38% in 2007. De gemiddelde bijdrage per aangeslotene bij deze stelsels bedraagt 1,36%. Bekijkt men enkel de stelsels van peer group 1, dan bedraagt de gemiddelde bijdrage per stelsel 1,29% en de gemiddelde bijdrage per aangeslotene 1,31%.

fsma_sp_2011

Gestandaardiseerde pensioenfiche

Op grond van de WAP heeft de CBFA de bevoegdheid om een gestandaardiseerde pensioenfiche op te stellen.

In de mededeling CBFA_2010_32 dd. 21 december 2010 zet de CBFA haar verwachtingen omtrent deze gestandaardiseerde presentatiewijze uiteen.

Pensioeninstellingen en inrichters worden door de CBFA aangemoedigd om gebruik te maken van deze uniforme pensioenfiche. De fiche bestaat uit een uniform voorblad en een bijlage die vrij kan worden ingevuld. De modellen voor het uniforme voorblad zijn als bijlage bij de mededeling gevoegd.

Het gebruik van de uniforme pensioenfiche wordt in een eerste fase niet verplicht gesteld. Gelieve wel uw opmerkingen aan de Commissie voor Aanvullende Pensioenen over te maken m.b.t. het niet gebruik van deze standaard.

cbfa_2010_32

CBFA circulaire eCorporate voor pensioenfondsen

De CBFA heeft de circulaire eCorporate gepubliceerd voor de IBP pensioenfondsen (cbfa_2010_08). Deze circulaire heeft als doel:

  • het nieuwe beveiligde platform (eCorporate), zijn doelstellingen en zijn praktische toegangsmodaliteiten voor te stellen;
  • te omschrijven welke kwalitatieve informatie (verslagen, verklaringen, …) via dit nieuwe platform aan de CBFA dient te worden overgelegd;
  • het invoeren en via dit nieuwe platform ter beschikking stellen van samenvattende fiches met informatie eigen aan elke IBP:
    – de identificatiefiche (signaletiekgegevens);
    – de rapporteringsfiche (verplichtingen inzake kwalitatieve, financiële en andere rapportering).

cbfa_2010_08

eCorporate_Handleiding

[HERINNERING] Jaarlijkse aangifte van het aantal individuele pensioentoezeggingen voor 31/03/2010

De Wet Aanvullende pensioenen (WAP) legt aan de werkgevers de verplichting op om jaarlijks, per categorie van werknemers, het aantal individuele pensioentoezeggingen uit het voorbije kalenderjaar mee te delen aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen. De mededeling van de individuele pensioentoezeggingen die zijn toegekend tijdens het kalenderjaar 2009 moet uiterlijk vóór 31 maart 2010 gebeuren.

CBFA circulaire WAP 4 van 15/11/2005

Circulaire CBFA_2010_05 inzake de mededeling van de jaarrekening van IBP’s

De CBFA heeft haar jaarlijkse circulaire gepubliceerd waar gedetailleerd wordt toegelicht welke documenten, jaarrekening en statistieken moeten worden meegedeeld door de pensioenfondsen voor het boekjaar eindigend in 2009.

De circulaire is gebaseerd op deze van vorig jaar met een aantal beperkte wijzigingen.

Hierbij vindt u de circulaire met al haar bijlagen in 1 document.

cbfa_2010_05_volledig