Circulaire BTW-vrijstelling voor OFP

Circulaire over de draagwijdte van de BTW-vrijstelling die geldt ten aanzien van het beheer van de organismen voor de financiering van pensioenen. De circulaire analyseert verschillende soorten diensten die aan OFP’s geleverd worden in het kader van het financieel en het administratief beheer en duidt aan welke hiervan in aanmerking komen voor de BTW-vrijstelling.

Toelichting bij artikel 44, § 3, 11°, W.BTW.

1. VOORWERP EN DOELSTELLING VAN DEZE CIRCULAIRE

Artikel 344 van de wet van 27.12.2006 heeft een vrijstelling ingevoerd voor organismen voor de financiering van pensioenen (hierna OFP’s). Deze bepaling is vervat in artikel 44 § 3, 11° W.BTW. Artikel 44 § 3, 11° W.BTW bepaalt dat “het beheer van de organismen voor de financiering van pensioenen, bedoeld in artikel 8 van de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (hierna WIBP), van BTW vrijgesteld is”.

Deze circulaire verduidelijkt de draagwijdte van deze BTW-vrijstelling.

De circulaire analyseert verschillende soorten diensten die aan OFP’s geleverd worden en duidt aan welke hiervan vrijgesteld zijn van BTW, dan wel, daarentegen, onderworpen zijn aan BTW. Aangezien niet alle diensten op exhaustieve wijze kunnen worden opgesomd, worden de diensten onderverdeeld in drie grote categorieën. Aan de hand daarvan kan dan voor niet-vermelde doch gelijkaardige diensten binnen eenzelfde categorie of diensten met gelijkaardige kenmerken bepaald worden of de vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW al dan niet geldt. Algemene beginselen, zoals deze volgens dewelke de bijzaak de hoofdzaak volgt, kunnen desgevallend ook voor niet-vermelde diensten een antwoord bieden.

In het algemeen kunnen de aan OFP’s geleverde diensten gegroepeerd worden onder de volgende drie categorieën :

  1. A : diensten van financieel beheer
  2. B : diensten van administratief beheer
  3. C : en materiële en technische diensten

Bij de vraag of deze diensten al dan niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW vallen, dient rekening te worden gehouden met de Europese BTW-reglementering (met name de Richtlijn) zoals geïnterpreteerd door het Europees Hof van Justitie alsook met de specifieke eigen wetgeving en reglementering die op OFP’s van toepassing zijn (waaronder de WIBP) en met een aantal algemene beginselen, zoals de reeds vermelde regel volgens dewelke de bijzaak de hoofdzaak volgt evenals het principe van de BTW-neutraliteit.

2. TOEPASSING VAN DE BTW-VRIJSTELLING

Hierna volgt een niet-limitatieve opsomming van verschillende diensten die aan een OFP kunnen worden geleverd.

A. Diensten van financieel beheer

Het beheer van de activa en de portefeuille van een OFP is vrijgesteld van BTW op grond van artikel 44 § 3, 11° W.BTW. Diensten verleend door “investment managers” in het kader van dit beheer vallen onder de BTW-vrijstelling.

Onder de vrijgestelde financiële diensten zijn o.m. begrepen :

  • het discretionair of adviserend beheer van (een gedeelte van) de effectenportefeuille van een OFP;
  • diensten inzake de selectie van “asset managers” en het structureren van hun mandaten;
  • verslaggeving omtrent het portefeuillebeheer en omtrent de evolutie van de markten en van de activa;
  • opvolging en analyse van de asset managers;
  • diensten verstrekt met het oog op het opstellen, aanpassen en opvolgen van de verklaring inzake de beleggingsbeginselen – SIP (“statement of investment principles”);
  • analyse en opvolging van de beleggingsrisico’s;
  • analyse en opvolging van de strategische en tactische spreiding van de activa;
  • uitvoeren van ALM-studies (Asset Liabilities Modelling of Management) met het oog op het bepalen en bijsturen van het beleggingsbeleid;
  • het opstellen, bijhouden en verwerken van de permanente inventaris waartoe OFP’s gehouden zijn.

B. Diensten van administratief beheer

Administratieve diensten zijn van BTW vrijgesteld op grond van artikel 44 § 3, 11° W.BTW op voorwaarde dat ze kenmerkend en essentieel zijn voor het beheer van een OFP en over het geheel genomen een afzonderlijk geheel vormen. Beantwoorden ze niet aan deze criteria, dan zijn ze in principe onderworpen aan BTW, tenzij ze beschouwd dienen te worden als een bijzaak bij een hoofdzaak die wel van BTW vrijgesteld is en/of tenzij er een andere BTW-vrijstelling van toepassing zou zijn.

Het kenmerkende en essentiële karakter zal meestal eenvoudig kunnen vastgesteld worden aan de hand van de specifieke wetgeving en reglementering die van toepassing is op OFP’s en op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening in het algemeen. Verschillende taken betreffende de administratie en verslaggeving van OFP’s vloeien inderdaad voort uit de wet van 27 oktober 2006 betreffende het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening, alsook uit haar uitvoeringsbesluiten, uit de toepasselijke CBFA-circulaires (Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen), memoranda en adviezen en uit andere IBP- en OFP-wetgeving of -reglementering.

Als voorbeelden van op grond van artikel 44 § 3, 11° W.BTW vrijgestelde diensten van administratief beheer kunnen o.m. vermeld worden :

  • het opstellen en implementeren van het financieringsplan en van wijzigingen eraan;
  • de berekening, samenstelling en opvolging van de solvabiliteitsmarge alsook de verslaggeving dienaangaande;
  • de berekening, bepaling en opvolging van de technische voorzieningen en het uitvoeren van de waarderingen die daartoe vereist zijn;
  • het uitvoeren van ALM-studies met het oog op de bepaling van de technische voorziening, financiering of van het beleggingsbeleid;
  • de verslaggeving en kennisgevingen inzake de SIP (de verklaring inzake de beleggingsbeginselen);
  • het opstellen van het jaarverslag en de wettelijk verplichte kennisgevingen dienaangaande;
  • het inrichten, verwerken en opvolgen van afzonderlijke vermogens;
  • het opstellen van de jaarrekeningen;
  • de verslaggeving aan de bevoegde autoriteiten en administraties (zoals o.m. de CBFA);
  • het opstellen, aanpassen en opvolgen van beleidsdocumenten betreffende het beheer van de werkzaamheden van het OFP;
  • diensten van de commissaris of van erkende revisoraatvennootschappen, andere dan diegene die een controle of toezicht beogen. De facturen van de commissaris-revisor moeten opgesplitst worden. Taken die erop gericht zijn na te gaan of het beheer van het OFP conform de wetgeving verloopt, vallen niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW. Taken inzake de waardering van de pensioenverplichtingen, certifiëring van de technische voorzieningen, de uitvoering van wettelijk verplichte en voor het beheer van een OFP vereiste werkzaamheden op het gebied van de verslaggeving, vallen daarentegen wel onder de BTW-vrijstelling van art. 44 § 3, 11° W.BTW;
  • diensten vanwege de aangewezen actuaris inzake de beheersactiviteiten van een OFP waarvoor het wettelijk en reglementair kader de tussenkomst van de aangewezen actuaris voorschrijft alsook diensten verstrekt door actuarissen betreffende de actuariële aspecten van het beheer van de activa en passiva van een OFP. Indien daarentegen bepaalde diensten verleend door actuarissen bestemd zijn voor of verleend worden aan de bijdragende ondernemingen, bijvoorbeeld om deze laatsten toe te laten hun jaarrekeningen en/of verslaggeving correct op te stellen of te verrichten (bvb. IFRS-berekeningen) en/of om deze laatsten bij te staan in het uitwerken of aanpassen van de bepalingen van hun pensioenregelingen, geldt de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW niet;
  • diensten verricht in het kader van herstel- of saneringsplannen zoals bedoeld in de wetgeving van toepassing op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening;
  • diensten verricht in het kader van de verslaggeving aan de aangeslotenen, hun begunstigden en/of vertegenwoordigers, zoals vereist door de toepasselijke wetgeving, zoals de pensioenfiches, de beheersverslagen, uittredingsformulieren, uitbetalingsdocumenten, e.d.m.;
  • diensten van vertegenwoordiging vanwege de bijdragende ondernemingen en hun vertegenwoordigers alsook vanwege de aangeslotenen, hun begunstigden en/of hun vertegenwoordigers in de beheersorganen of sociale comités van een OFP.

Met betrekking tot ICT-diensten, adviesverlening (bvb. juridisch en fiscaal), diensten van een sociaal secretariaat, controle en toezichtstaken, vormingen en andere, moet telkens in concreto, geval per geval, de aard, doelstelling en draagwijdte van de verleende diensten onderzocht worden teneinde het toepasselijke BTW-stelsel te bepalen.

Ten exemplatieve titel worden hieronder enkele van dergelijke diensten nader toegelicht :

  • diensten betreffende geëigende, specifieke systemen van gegevensverwerking, eigen aan OFP’s en noodzakelijk voor het specifieke kenmerkend beheer van een OFP vallen onder de BTW-vrijstelling van art. 44 § 3, 11° W.BTW. Andere ICT-diensten en/of diensten van een sociaal secretariaat, daarentegen, alsook de terbeschikkingstelling of verkoop van algemene systemen van gegevensverwerking vallen niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW;
  • juridische en fiscale adviesverlening vallen in principe niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW, tenzij ze volgens de OFP-wetgeving en reglementering als essentiële en kenmerkende bestanddelen van het beheer van een OFP zouden beschouwd worden en/of krachtens het beginsel dat de bijzaak de hoofdzaak volgt. Dit dient desgevallend geval per geval onderzocht te worden;
  • diensten verleend door de “interne auditor” en de “compliance officer” van een OFP : deze vallen niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW aangezien deze taken behoren tot de controle op en het toezicht van de activiteiten van een OFP;
  • vormingen, studiedagen, seminaries, … : in zoverre deze nodig zijn voor het beheer van een OFP volgens de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de OFP’s en essentieel en kenmerkend zijn (typisch afgestemd zijn op de activiteiten van OFP’s), zal de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW van toepassing zijn (bvb. vormingen met het oog op de “properly fit” vereiste voor leden van de operationele organen van een OFP, voor IBP-experten en/of deskundigen, vormingen die een uitvoering beogen van de CBFA-circulaire inzake deugdelijk bestuur). Algemene vormingen daarentegen (bvb. vormingen inzake algemene communicatievaardigheden) vallen niet onder de BTW-vrijstelling van art. 44 § 3, 11° W.BTW.

C. Materiële en technische diensten

Materiële en technische diensten omvatten o.m. de huur van een kantoorgebouw, lokalen, de aankoop/leasing van kantoormateriaal en meubilair, drukwerk, generieke IT-diensten, onderhoudskosten van lokalen en materiaal, representatiekosten, restaurantkosten, diensten van een sociaal secretariaat voor de loonadministratie van het personeel van een OFP. Deze vallen niet onder de BTW-vrijstelling van artikel 44 § 3, 11° W.BTW.