Aantal slapers in tweede pijler

Op vraag van mevrouw de volksvertegenwoordiger Maggie De Block geeft de minister van Pensioenen een overzicht van het aantal slapers bij pensioenfondsen. Het aantal slapers is gestegen van 137.000 in 2007 naar 233.000 in 2009. De minister beschikt niet over de nodige statistieken met betrekking tot het aantal slapers bij groepsverzekeringen.

Slechts een tiental personen (33 in 2009) doet jaarlijks beroep op de activiteiten van de RvP in het kader van KB69 als onthaalstructuur voor de slapende reserves.

53K0015_1

Geen premietaksen bij een sectoraal pensioenplan

Op antwoord van mevrouw de volksvertegenwoordiger Meryame Kitir bevestigt de minister van Pensioenen de stelling dat een Fonds voor Bestaanszekerheid is erkend als een openbare instelling.

Op basis van die erkenning zijn er geen taksen van 4,4% op de bijdragen verschuldigd als het sectoraal pensioenplan wordt ingericht door het Fonds voor Bestaanszekerheid, en dit ongeacht of er een solidariteitsluik is voorzien.

Voor het bepalen van een standpunt ter zake en de te ondernemen stappen om een correcte toepassing van deze sociale stimuleringsmaatregel te garanderen, wordt verwezen naar de minister van Financiën.

53K0013

Gemiddelde pensioenleeftijd voor zelfstandigen

Op vraag van mevrouw de volksvertegenwoordiger Maggie De Block, geeft de Minister van Pensioenen de gemiddelde pensioenleeftijd voor zelfstandigen tussen 2005 en 2009:

Man Vrouw
2004 64,07 63,83
2005 64,01 63,71
2006 63,81 66,37
2007 63,89 64,46
2008 63,92 64,41
2009 63,99 66,26

De verhoogde gemiddelde leeftijd voor de vrouwen wier rustpensioen in 2006 en in 2009 is ingegaan, wordt verklaard door het kleiner aantal vrouwen die in de loop van de vermelde jaren hun rustpensioen genomen hebben tengevolge van de verhoging van de pensioenleeftijd van 63 naar 64 jaar in 2006 en van 64 naar 65 jaar in 2009 waardoor de impact van enkele extreme gevallen (leeftijd op de eerste ingang van het rustpensioen 70 jaar) groter is.

53K0012

Nieuw grensbedrag wettelijke pensioenen 2010

Jaarlijks wordt het nieuwe grensbedrag (van toepassing op de berekening van de wettelijke pensioenen) gepubliceerd door de Rijksdienst voor Pensioenen (RvP). Dit bedrag wordt in veel aanvullende pensioenplannen gebruikt.

Het bedrag voor 2010 bedraagt € 47.960,29 (in 2009 bedroeg dit € 47.171,84).

Het maximum wettelijk pensioen als alleenstaande bedraagt € 23.385,37, en als gezinshoofd € 29.231,71. Deze bedragen zijn vastgesteld aan index 128,24.

BRFPENSIONARCHITECTS

Gestandaardiseerde pensioenfiche

Op grond van de WAP heeft de CBFA de bevoegdheid om een gestandaardiseerde pensioenfiche op te stellen.

In de mededeling CBFA_2010_32 dd. 21 december 2010 zet de CBFA haar verwachtingen omtrent deze gestandaardiseerde presentatiewijze uiteen.

Pensioeninstellingen en inrichters worden door de CBFA aangemoedigd om gebruik te maken van deze uniforme pensioenfiche. De fiche bestaat uit een uniform voorblad en een bijlage die vrij kan worden ingevuld. De modellen voor het uniforme voorblad zijn als bijlage bij de mededeling gevoegd.

Het gebruik van de uniforme pensioenfiche wordt in een eerste fase niet verplicht gesteld. Gelieve wel uw opmerkingen aan de Commissie voor Aanvullende Pensioenen over te maken m.b.t. het niet gebruik van deze standaard.

cbfa_2010_32

Aantal aangeslotenen bij een groepsverzekering of pensioenfonds

In antwoord op de vraag van mevrouw de volksvertegenwoordiger Maggie De Block geeft de minister van Pensioenen een overzicht van het aantal aangeslotenen bij een groepsverzekering of pensioenfonds en van het totaal aan premies in de 2de pensioenpijler.

2005 2006 2007 2008 2009
Groepsverzekering 1,688,668 1,744,441 1,925,556 1,977,504 2,204,126
Pensioenfonds 322,712 348,460 567,123 803,011 811,000
Totaal 2,011,380 2,092,901 2,492,679 2,780,515 3,015,126
Premies
2005 4,275,075,600
2006 4,265,888,097
2007 4,578,343,025
2008 5,421,646,226
2009 5,323,279,424

0000201000957

Schematisch overzicht van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen

Onderhavige circulaire beoogt door middel van de als bijlage toegevoegde schema’s een bondig overzicht te geven van het taxatiestelsel dat van toepassing is op aanvullende pensioenen van werknemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen.

De als bijlage toegevoegde schema’s behandelen:

  • de fiscale behandeling van de bijdragen van aanvullende pensioenen van werknemers en bedrijfsleiders (schema I, A);
  • de belastbare basis van de uitkeringen van aanvullende pensioenen van werknemers en bedrijfsleiders (schema I, B);
  • het belastingstelsel van de uitkeringen van aanvullende pensioenen van werknemers en bedrijfsleiders (schema I, C);
    • kapitalen en afkoopwaarden uit:
      • collectieve aanvullende pensioentoezeggingen;
        • en individuele pensioentoezeggingen aan werknemers, waar bij de werkgever tijdens de looptijd van de pensioentoezegging een collectieve pensioentoezegging voor werknemers bestaat;
        • en individuele pensioentoezeggingen aan bedrijfsleiders, waarbij de bedrijfsleider gedurende de looptijd van die individuele pensioentoezegging bezoldigingen heeft gekregen die beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 195, § 1, tweede lid, WIB 92 (schema I, C.1);
      • individuele aanvullende pensioentoezeggingen aan werknemers, waar bij de werkgever gedurende de looptijd van de pensioentoezegging geen collectieve pensioentoezegging voor de werknemers bestaat;
        • en individuele aanvullende pensioentoezeggingen aan bedrijfsleiders, waarbij de bedrijfsleider gedurende de looptijd van die individuele pensioentoezegging tijdens geen enkel belastbaar tijdperk regelmatig bezoldigd is (schema I, C.2);
      • kapitalen en afkoopwaarden (externe pensioenopbouw): uitkeringen tot 31 december 2009 (schema I, C.3);
      • interne pensioenopbouw: gratis kapitalen geldend als pensioen (schema I, C.4);
  • aanvullende pensioenen zelfstandigen:
    • de fiscale behandeling van de bijdragen (schema II, A);
    • de fiscale behandeling van de uitkeringen die belastbaar zijn als pensioen (schema II, B).

Voormelde schema’s werden opgesteld op basis van de wettelijke bepalingen zoals zij voor aanslagjaar 2010 van toepassing zijn.

CiRH332604868

Commissie daagt België voor EU-Hof wegens discriminerende behandeling van pensioenspaarbijdragen

De Europese Commissie heeft vandaag België voor het Hof van Justitie van de EU gedaagd omdat het land uitsluitend belastingvermindering wegens pensioensparen toestaat voor betalingen aan Belgische instellingen of, in het geval van collectief pensioensparen, wanneer het geld in Belgische fondsen wordt geïnvesteerd. De Commissie is van mening dat deze bepalingen indruisen tegen de EU-regels inzake het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal die zijn neergelegd in de artikelen 56 en 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De Commissie had België in maart 2010 al een met redenen omkleed advies toegezonden (IP/10/300). Omdat België zich niet tijdig aan de EU-wetgeving heeft geconformeerd, heeft de Commissie vandaag besloten om de zaak voor het Hof van Justitie van de EU te brengen.

Volgens de Belgische wet op de inkomstenbelasting komen betalingen voor individuele pensioenspaarrekeningen, collectieve pensioenspaarrekeningen en spaarverzekeringen slechts in aanmerking voor belastingvermindering als zij in België zijn gedaan. De Belgische autoriteiten betogen dat deze beperking nodig is om de zekerheid van de pensioenspaarbeleggingen te garanderen.

De Commissie is van mening dat deze beperking te ver gaat en discriminerend is. De EUwetgeving betreffende de wederzijdse bijstand en het levensverzekeringsbedrijf zou voldoende garanties moeten bieden dat de spaarbeleggingen van Belgen, of het nu in binnenlandse dan wel in buitenlandse fondsen is, even goed zijn beschermd. De Belgische wetgeving weerhoudt Belgische belastingplichtigen ervan om deel te nemen in pensioenfondsen in andere lidstaten en druist in tegen de fundamentele EU-beginselen inzake het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal.

Voor de persmededelingen over inbreukprocedures op het gebied van belastingen en douane: http://ec.europa.eu/taxation_customs/common/infringements/infringement_cases/index_en.htm

Voor de laatste algemene informatie over inbreukmaatregelen tegen lidstaten: http://ec.europa.eu/community_law/index_nl.htm

Voor informatie over de inbreukprocedures van de EU: MEMO/10/605

Bron: Europa Top

Overeenkomst van aanvullende pensioentoezegging ten voordele van de zaakvoerder

De Administratie telt bij de bezoldigingen van de bestuurder van een vennootschap, de door die vennootschap aan een verzekeringsmaatschappij betaalde premies in het kader van een bedrijfsleidersverzekering. De Administratie acht immers dat het voordeel van het verzekeringscontract rechtstreeks toekomt aan de bestuurder, op basis van een overeenkomst houdende bijkomende pensioentoezegging gesloten tussen de vennootschap en haar bestuurder. Ten onrechte volgens het hof, daar de Administratie niet aantoont dat de betwiste premies definitief werden betaald in het exclusieve en individuele voordeel van de bestuurder en dat de Administratie zelfs niet voorstelt om te bewijzen dat er sprake is van veinzing.

Brussel 17 februari 2010, Fiscalnet 6 juli 2010.

Bron: Leergang Pensioenrecht 2010-2011, nr. 1, 15 september 2010