Exceptie van onbevoegdheid: bevoegdheid van arbeidsgerechten over aanvullende pensioenen

In een betwisting omtrent het aanvullend pensioen wordt een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) voor de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt gedaagd. De IBP werpt de exceptie van onbevoegdheid op en vraagt de verwijzing naar de arbeidsrechtbank. De rechtbank wijst deze exceptie af omdat er tussen de gedingpartijen geen arbeidsrelatie bestaat.

De zaak komt voor het Hof van Beroep te Antwerpen, dat oordeelt dat inzake de bevoegdheid het voorwerp van het geschil relevant is en niet het feit of de gedingpartijen ex-werkgever en exwerknemer zijn: “De eerste rechter voegt aan artikel 578, 1° Gerechtelijk Wetboek iets toe, te weten dat de gedingpartijen ex-werkgever en ex-werknemer moeten zijn. Het is voldoende dat het om een geschil gaat uit een arbeidsovereenkomst. Dit is hier volgens de bewoordingen van de inleidende dagvaarding het geval.” Het Hof van Beroep verklaart de exceptie van onbevoegdheid gegrond en verwijst de zaak naar het Arbeidshof.

Antwerpen 19 december 2007, A.R. nr. 1474/06, ongepubl.

Bron: Leergang Pensioenrecht 2008-2009, nr. 1