Lijst met coëfficiënten en drempels voor de berekening zelfstandigenpensioenen

Jaarlijks publiceert het RSVZ de drempels en coëfficiënten voor de berekening van het pensioen in het stelsel van zelfstandigen.

Dit zijn de bedragen die van toepassing zijn sinds 1 januari 2020.

  • Minimumpensioen en grenzen toegelaten arbeid aan index 144,42: Toepasselijke bedragen
  • Eerste en maximum plafond noodzakelijk voor de berekening van het wettelijk pensioen: min-max bedragen
  • Indexatie van de bestaande pensioenen: Indexatie OB
  • Coëfficiënten voor de berekening van het gezins- of alleenstaandenpensioen aan index 144,42: Coëfficiënten

Coëfficiënten voor de berekening van het pensioen als zelfstandige

De RSVZ heeft haar coëfficiënten gepubliceerd voor de berekening van de wettelijke pensioenen voor zelfstandigen.

Het tussenplafond 2017 bedraagt € 49.189,74 en het plafond € 57.415,67. Op basis van deze plafonds bedraagt het maximumpensioen dat in 2017 als alleenstaande kan opgebouwd worden € 464,13.

Het minimumpensioen voor een alleenstaande werd vastgesteld op € 14.548,22 en voor een gezinspensioen op € 18.179,54 per jaar.

Gepensioneerden vanaf 65 jaar mogen nog tot € 23.170,00 als werknemer of tot € 18.536,00 als zelfstandige bijverdienen onder het stelsel van toegelaten activiteit.

 

Tabellen 1.1.2018

Coëfficiënten voor de berekening van het pensioen als zelfstandige

De RSVZ heeft haar coëfficiënten gepubliceerd voor de berekening van de wettelijke pensioenen voor zelfstandigen.

Het tussenplafond 2015 bedraagt € 46.902,38 en het plafond € 55.576,94. Op basis van deze plafonds bedraagt het maximumpensioen dat in 2015 als alleenstaande kan opgebouwd worden € 451,76.

Het minimumpensioen voor een alleenstaande werd vastgesteld op € 13.108,32 en voor een gezinspensioen op € 17.181,61 per jaar.

Gepensioneerden vanaf 65 jaar mogen nog tot € 22.521,00 als werknemer of tot € 18.017,00 als zelfstandige bijverdienen onder het stelsel van toegelaten activiteit.

RSVZ_tabellen_20160101

RSVP + Sociale Wegwijzer

De RSVZ heeft haar coëfficiënten gepubliceerd voor de berekening van de wettelijke pensioenen voor zelfstandigen. Het tussenplafond 2013 bedraagt € 46.679,96 en het plafond € 55.405,04. Op basis van deze plafonds bedraagt het maximumpensioen dat in 2013 als alleenstaande kan opgebouwd worden € 452,38. Het minimumpensioen voor een alleenstaande werd vastgesteld op € 12.731,29 en voor een gezinspensioen op € 16.844,72 per jaar. Gepensioneerden vanaf 65 jaar mogen nog tot € 22.293,00 als werknemer of tot € 17.835,00 als zelfstandige bijverdienen onder het stelsel van toegelaten activiteit. DOC001