Nieuw grensbedrag wettelijke pensioenen 2021

Jaarlijks wordt het nieuwe grensbedrag (van toepassing op de berekening van de wettelijke pensioenen) gepubliceerd door de Federale Pensioendienst (FPD). Dit bedrag wordt in veel aanvullende pensioenplannen gebruikt.

Het plafond voor 2021 bedraagt € 63.944,74 (in 2020 bedroeg dit € 60.026,75).

Op 1 januari 2022 bedraagt het maximum wettelijk pensioen als alleenstaande € 32.361,57 en als gezinshoofd € 40.451,96.

Deze bedragen zijn vastgesteld aan index 153,27.

MAXPNW2022 i=153,27 corr met 0,98

DFORLON2022 corr met 0,98

BRFPENSIONARCHITECTS Mr Ivan Eulaers

Aanpassingen aan fiche 281.11

De nieuwe brochure van Belcotax is beschikbaar waar de vereisten voor de fiche 281.11 worden beschreven.

Op het eerste zicht lijkt het dat er een aantal gegevens niet meer moeten aangegeven zoals:

  • Gezinstoestand

    • Echtgenote of wettelijk samenwonende (zone 2.020)

    • Aantal kinderen (zone 2.021)

    • Aantal anderen ten laste (zone 2.022)

    • Diverse (zone 2.023)

    • Echtgenote gehandicapt (zone 2.024)

    • Verkrijger gehandicapt (zone 2.026)

  • Burgerlijke stand (zone 2.019)

  • Nr. paritair comité

Ook op de PDF vallen deze velden weg.

De indieningstermijn voor aangifte 281.11 is ten laatste op 28 februari 2022.

fiche_281.11_FR

fiche_281.11_DE

fiche_281.11_NL

161-xsd-2021-20211223

161-belcotax-brochure-2021-20211223-nl

Sectorrapport inspectie actuariële functie

Een IBP moet de verantwoordelijken voor haar sleutelfuncties en hun eventuele medewerkers in staat stellen om hun taken daadwerkelijk op een objectieve, eerlijke en onafhankelijke manier te vervullen.

Om de naleving van deze wettelijke verplichting in de praktijk na te gaan heeft de FSMA een inspectiecampagne op het getouw gezet. De inspecties waren in het bijzonder gericht op het onderzoek van de onafhankelijke werking van de actuariële functie alhoewel die problematiek ook bij andere sleutelfuncties kan voorkomen.

Het opzet van de inspecties was het onderzoek van het beheer van het belangenconflict dat kan voortvloeien uit het samengaan in hoofde van dezelfde dienstverlener van de uitoefening voor eenzelfde IBP van de actuariële functie enerzijds en operationele taken of consultancyopdrachten anderzijds, voor zover die taken of opdrachten relevant zijn voor de actuariële functie of binnen haar controledomein vallen.

De FSMA heeft haar bevindingen met betrekking tot de inspectiecampagne in een globaal sectorrapport gebundeld. De FSMA geeft in dit verslag ook meer toelichting bij de kwalificatie van het belangenconflict in het kader van de uitoefening van de actuariële functie en van andere werkzaamheden door perso(o)n(en) die de actuariële functie vervul(t)(len). Verder formuleert de FSMA een aantal goede praktijken en verbeterpunten.

sectorverslag NL

FSMA onderzoek over de uitbetaling van het aanvullend pensioen

De FSMA voltooide een onderzoek om te verifiëren of de pensioeninstellingen de termijnen verbonden aan de uitbetaling van het aanvullend pensioen respecteren, zowel voor wat betreft de informatieverstrekking over het uit te betalen pensioen als de eigenlijke uitbetaling.

Dit onderzoek werd uitgevoerd op basis van een steekproef van 1 076 wettelijke pensioneringen die zich hebben voorgedaan in 2019. De onderzochte dossiers betroffen zowel werknemers als zelfstandigen. Het kon hierbij gaan om de uitbetaling van een aanvullend pensioen opgebouwd binnen een sectorale pensioentoezegging, dus verbonden aan de sector van tewerkstelling, maar ook om aanvullende pensioenen toegekend door een onderneming aan de werknemers of de bedrijfsleiders, evenals pensioenovereenkomsten van zelfstandigen.

De onderzoeksresultaten tonen aan dat de termijnen verbonden aan de uitbetaling van het aanvullend pensioen in de regel goed gerespecteerd worden door de pensioeninstellingen, wanneer het gaat om de uitbetaling van een pensioen toegekend door een onderneming of een aanvullend pensioen opgebouwd door een zelfstandige.

De situatie ligt iets moeilijker voor de pensioeninstellingen die verantwoordelijk zijn voor het beheer van sectorale pensioenstelsels. Dit wordt verklaard door het feit dat deze pensioeninstellingen aangewezen zijn op de gegevens die hen per trimester ter beschikking worden gesteld via de Kruispuntbank voor sociale zekerheid (KSZ).

fsma_2021_14_nl

Circulaire 2020/C/151 over het begrip ‘effectief actief’ voor werklozen in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag

Deze circulaire van 26-11-2020 verduidelijkt voor werklozen in een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag het begrip ‘effectief actief’ dat als voorwaarde geldt voor de toepassing van het gunstig belastingstelsel van sommige aanvullende pensioenkapitalen – bewijs van aangepaste beschikbaarheid.

circulaire_202:C:151

circulaire_202:C:151-bijlage

Nieuw grensbedrag wettelijke pensioenen 2020

Jaarlijks wordt het nieuwe grensbedrag (van toepassing op de berekening van de wettelijke pensioenen) gepubliceerd door de Federale Pensioendienst (FPD). Dit bedrag wordt in veel aanvullende pensioenplannen gebruikt.

Het plafond voor 2020 bedraagt € 60.026,75 (in 2019 bedroeg dit € 58.446,94).

Op 1 januari 2021 bedraagt het maximum wettelijk pensioen als alleenstaande € 30.819,93 en als gezinshoofd € 38.524,91.

Deze bedragen zijn vastgesteld aan index 147,31.

MAXPNW2021 i=147,31 corr met 0,98

DFORLON2021 corr met 0,98

BRFPENSIONARCHITECTS Mr Ivan Eulaers

De tweede pensioenpijler in beeld – Overzicht 2020

De FSMA publiceert jaarlijks een aantal kerngegevens over het aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen. De jongste editie van ‘De tweede pensioenpijler in beeld’ bevat de pensioengegevens op 1 januari 2020.

De tweede pensioenpijler omvat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen  in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit aanvullend pensioen komt bovenop het wettelijk pensioen.

De pensioenwebsite Mypension.be verzamelt in haar databank DB2P gegevens over het aanvullend pensioen.

In totaal zijn er dit jaar 3.950.000 mensen met een aanvullend pensioen. Dit is een stijging van vijf procent ten opzichte van 2019. Dit aantal stemt overeen met circa 78 procent van de beroepsbevolking.

De opgebouwde pensioenrechten vertegenwoordigen een totaalbedrag van 91,46 miljard euro. Dat is zeven procent meer dan in 2019.

De opgebouwde pensioenrechten bij de werknemers bedragen 63,1 miljard euro en bij de zelfstandigen 28,3 miljard euro.

De organisatie van het aanvullend pensioen hangt nauw samen met het professioneel sociale zekerheidsstatuut. 85 procent van de mensen met een aanvullend pensioen bouwt pensioenrechten op als werknemer, negen procent als zelfstandige en zes procent als werknemer én zelfstandige.

Het initiatief voor de opbouw van een pensioenplan voor werknemers gaat meestal uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In totaal bedragen de opgebouwde pensioenreserves in het kader van een ondernemingsplan 52,8 miljard euro tegenover 5,2 miljard euro in een sectorplan. Deze bedragen houden geen rekening met de pensioenreserves die werknemers opbouwen in bijvoorbeeld een onthaalstructuur.

Werknemers die geen of slechts een heel klein aanvullend pensioen opbouwen bij hun werkgever of sector, kunnen bovendien op eigen initiatief een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) onderschrijven. Voor dit aanvullend pensioenproduct beschikt DB2P voor de eerste keer over cijfers.

Een zelfstandige kan op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige het statuut heeft van zelfstandige bedrijfsleider kan de onderneming voor hem een aanvullend pensioen opbouwen. Zelfstandigen die hun professionele activiteit niet in een vennootschap uitoefenen hebben de mogelijkheid om een pensioen bijeen te sparen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor de Zelfstandigen actief als Natuurlijk Persoon (VAPZNP).

Zelfstandigen bouwden in totaal in het kader van een VAPZ-contract 8,6 miljard euro aan pensioenreserves op, tegenover 19,6 miljard euro aan pensioenreserves voor de zelfstandige bedrijfsleiders en 70,4 miljoen euro binnen het aanvullende pensioenproduct VAPZNP.

De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen – bedraagt 56.057 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve voor de 55-64-jarigen slechts 9.118 euro.

Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 71.171 euro. Dat is een stuk hoger dan bij vrouwen (33.210 euro).

Ook tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 84.258 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.475 euro.

Verzekeringsondernemingen beheren ongeveer viervijfde van de pensioenreserves, waarvan ruim 80 procent in een tak 21-verzekeringsproduct.

sectoroverzicht_2020

Belasting op aanvullende pensioenen in het buitenland

Pensioenkapitalen worden tegen 16,5 %, en soms tegen 10 % belast. Dat is het geval wanneer ze uitgekeerd worden aan iemand die normaal in België belast wordt. Betalingen kunnen ook gebeuren aan iemand die in het buitenland verblijft. Hoe de belastbaarheid dan in elkaar zit, staat te lezen in de fiscale circulaire Ci.RH.241/585.607 van 12 juli 2007.

circulaire_ci.rh.241:565.607

Elektronische verzending van lijst 201

Vanaf 1 maart 2020 zijn de op papier verzonden lijsten 201, afkomstig van een bank of verzekeringsinstelling die meer dan 100 lijsten verzendt op jaarbasis, ongeldig.

Ingevolge het Koninklijk Besluit en het Ministerieel besluit betreffende de elektronische verzending van de lijsten 201, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 5 augustus 2019, moeten dezee lijsten langs elektronische weg bezorgd worden aan de bevoegde ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

Een boete kan volgens artikel 130 van het wetboek der Successierechten geheven worden in geval van niet-elektronische verzending.

BS_circulaire2019-c-98

BS_KB_2019-c-98

circulaire_2019:C:98

Impact van tijdelijke Corona-werkloosheid op aanvullend pensioen

Afgelopen week is er een wetsvoorstel gestemd in de Kamer om de pensioenopbouw en overlijdensdekking in geval van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van COVID-19 verder te zetten. Dit wetsvoorstel heeft ook een impact op sectorplannen. Het wetsvoorstel is er gekomen op initiatief van de verzekeringssector die heeft voorgesteld om tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van COVID-19 de groepsverzekering verder te zetten. De bijdragen blijven verschuldigd door de werkgevers (en werknemers als er ook werknemersbijdragen zijn) terwijl dit normaal bij tijdelijke werkloosheid niet het geval is, tenzij de werkgever anders beslist. Zij kunnen ook uitstel van betaling vragen.

Ontwerp fiscaal art 9 55K1174001

55K1159005_wetsvoorstel voortzetting dekkingen pensioen, overlijden, invaliditeit en hospitalisatie tijdens corona-werkloosheid_2020.04.30

Posted in Wet